GROOT AANBOD
aan veiligheidstrainingen
Sinds begin dit jaar is het Bouwbesluit vervangen door het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het Bbl bevat eisen waaraan bouwwerken moeten voldoen om de benodigde kwaliteit en veiligheid te kunnen garanderen. Wij zetten de wijzigingen voor je op een rijtje.
De nieuwe Omgevingswet is een belangrijke herziening van de regelgeving omtrent de fysieke leefomgeving. Deze wet, die een groot aantal bestaande wetten en regels vervangt, is bedoeld om de regelgeving omtrent ruimtelijke projecten te vereenvoudigen en te versnellen.
Het Bbl is een van de vier algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) die deel uitmaken van de Omgevingswet en vervangt een deel van het Bouwbesluit 2012. Het stelt de technische bouwnormen vast waaraan alle bouwwerken, zowel nieuw als bestaand, moeten voldoen. Hieronder vallen eisen op het gebied van (brand)veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid en milieu. Het Bbl bevat ook regels voor het slopen van bouwwerken en voor activiteiten die invloed kunnen hebben op de fysieke leefomgeving.
Voor veel activiteiten die eerder een vergunning nodig hadden, is nu alleen een melding vereist. Ook zijn sommige regels versoepeld. Zo is voor kantoren en industriële panden de grens voor meldingsplicht verhoogd van 50 naar 150 personen. In het geval van woonfuncties met zorg, zoals verzorgingstehuizen of woningen voor zorgcliënten die zorg krijgen van één of meer aanbieders, is nu een gebruiksmelding nodig. Voorheen was dit misschien niet het geval. Deze melding moet minimaal 4 weken voor de ingebruikname van een locatie of gebouw ingediend worden bij het bevoegd gezag.
In dit geval betekent dat de gemeente waarin het gebouw zich bevindt. Indienen kan online via het omgevingsloket op de website https://omgevingswet.overheid.nl/home. Bij deze melding horen onder meer de gebruiksmeldtekeningen die betrekking hebben op het gebruik van het gebouw. Op deze tekeningen dienen zaken als basisvoorzieningen voor brandpreventie en -detectie, middelen voor brandbestrijding, vluchtwegen en dergelijke duidelijk aangegeven te zijn.
Voor nieuwe woongebouwen met liften in gemeenschappelijke toegankelijkheidssectoren gelden strengere bouwkundige voorschriften. Deze sectoren, ontworpen voor zelfstandig gebruik door personen met een functiebeperking, moeten extra veilig zijn. De aangescherpte regelgeving is relevant voor grotere woongebouwen. Het doel is om liften veiliger te maken in geval van brand, zodat deze als vluchtroute kunnen dienen voor mensen die niet zelfstandig via de trap kunnen evacueren.
De volgende eisen worden gesteld aan liften in deze sectoren:
Deze maatregelen zorgen ervoor dat de liften, cruciaal voor de mobiliteit van minder zelfredzame bewoners, operationeel kunnen blijven tijdens kritieke momenten en bijdragen aan een veiligere leefomgeving.
Het beheer en de controle van brandmeldinstallaties zijn flexibeler gemaakt. De strikte NEN 2654-1 norm is vervangen door een functionele eis, waardoor gebouweigenaren en gebruikers meer vrijheid hebben bij het waarborgen van de goede werking van de brandmeldinstallatie. Ons advies: het volgen van NEN 2654-1 is nog steeds de beste optie om een goede werking van de brandmeldinstallatie te borgen.
Sinds de invoering van de Bbl is het mogelijk om stookruimtes te combineren met andere ruimten in hetzelfde brandcompartiment. Dit kan alleen als de technische ruimte kleiner is dan 50m2. Ook moet de capaciteit van de CV-installatie(s) onder de 130 kW blijven. Sinds 2018 is het voor nieuwe gebouwen verboden om een gasaansluiting te hebben. Hierdoor zijn stookruimtes in nieuwbouw niet meer van toepassing.
Spiegelsymmetrie wordt toegepast om de snelle verspreiding van brand tussen compartimenten op aangrenzende percelen te beperken. In plaats van te kijken naar de feitelijke bebouwing van de buren, wordt er uitgegaan van een fictief, gespiegeld gebouw. Of een gevel brandwerend moet zijn, hangt af van de afstand tot de perceelsgrens, waarbij de richtwaarde minimaal 2,5 meter is. In het Bbl zijn de regels voor nieuwbouw veranderd ten opzichte van het Bouwbesluit 2012. Wanneer een gevel brandwerend moet zijn vanwege een te korte afstand tot de perceelsgrens, moet de brandwerendheid van de gevel zowel van buiten naar binnen als van binnen naar buiten gelijk zijn. Dit zorgt ervoor dat niet alleen de buitenkant, maar ook de gevelondersteunende constructie voor een bepaalde tijd beschermd is tegen instorten bij brand.
Daarnaast zijn er nieuwe eisen voor rookwerendheid gesteld. Deze aanvullende eisen zijn ontworpen om de verspreiding van rook tussen compartimenten te beperken bij een (beginnende) brand. Het doel hiervan is om vluchtwegen rookvrij te houden, zodat mensen veilig een brandcompartiment kunnen verlaten en de fysieke structuur van gebouwen wordt beschermd.
In bestaande gebouwen met woongelegenheden is de afstand voor de tweede vluchtroute ingekort. Het was toegestaan dat beide vluchtroutes vanaf de uitgang door hetzelfde ganggedeelte liepen, mits aan specifieke voorwaarden voldaan werd. Onder het Bouwbesluit 2012 was de maximale afstand van de voordeur van een woning tot een deur met brand- of rookwerendheid in de gang 30 meter. Met het Bbl is deze afstand voor beide vluchtroutes van toepassing, dit kan betekenen dat er extra deuren met brand- of rookwerendheid nodig zijn.
Nieuwe regels vereisen dat toegangsdeuren van woningen in nieuwe gebouwen zelfsluitend dienen te zijn. Deze moeten zijn uitgerust met een vrijloopdeurdranger, die de deur sluit bij rookdetectie. Dit systeem voorkomt dat deuren onklaar worden gemaakt en staat normaal gebruik toe, omdat ze in elke stand kunnen blijven staan totdat rook wordt gedetecteerd.
In elke woonfunctie moet op elke verdieping met een verblijfsgebied (zoals een woon- of slaapkamer) een rookmelder aanwezig zijn. Dit zorgt voor bewaking van de vluchtroutes en draagt bij aan een veiligere evacuatie in geval van brand.
De voorschriften voor toegangen die door de brandweer gebruikt worden, zijn aangepast. Gebouwen met een gecertificeerde brandmeldinstallatie, en die in directe verbinding staan met de meldkamer van de brandweer, moeten nu een snel toegankelijke brandweeringang hebben. In geval van brand wordt deze ingang automatisch geopend, of via een ander, met de brandweer overeengekomen, systeem.
Het aantal panden dat een brandweeringang moet hebben, is verkleind. Het kan zijn dat er vaker een toegang geforceerd moet worden bij bouwwerken met een brandmeldinstallatie, maar die toename wordt als verwaarloosbaar ingeschat.
In parkeergarages met specifieke gebruiksfuncties is het verplicht om een automatische blusinstallatie te hebben. Daarnaast moeten er voorzieningen aanwezig zijn om de elektrische oplaadpunten te kunnen uitschakelen. Deze oplaadpunten moeten voldoen aan de norm NEN 1010, mode 3 of 4. Verder dient er bij de toegang van de parkeergarage duidelijk te worden aangegeven waar de oplaadpunten zich bevinden en hoe de uitschakelvoorzieningen werken.
De vernieuwingen in de Omgevingswet en Bbl brengen belangrijke verbeteringen in de bouw- en veiligheidsvoorschriften. De aanpassingen zorgen voor duidelijke, gebruiksvriendelijke regels en een hoger niveau van veiligheid, met speciale aandacht voor brandpreventie en toegankelijkheid.
G4S staat klaar met deskundig advies en helpt je graag om aan deze nieuwe normen te voldoen. Wij brengen veiligheid op orde! Neem contact met ons open we helpen je verder.
Powered by Froala Editor
GROOT AANBOD
aan veiligheidstrainingen
KWALITATIEVE LOCATIES
verspreid over het land
MAATWERK EN INCOMPANY
mogelijkheden voor jouw bedrijf
WERELDWIJD MARKTLEIDER
in veiligheidsdiensten
We helpen je graag. Neem contact op of laat een bericht achter en we komen snel bij je terug.